Passage uit het boek

De gloednieuwe, lichtblauwe Opel Kadett rolde langzaam de stoep op en kwam met een zachte schok tot stilstand vlak bij de voordeur. Ollie stapte uit, trok zijn schouders recht en opende de achterklep van de wagen. Janna stond in de deuropening, haar hart bonkend van opwinding. Naar Marokko! Het vooruitzicht bezorgde haar een tinteling in haar buik: een vleug spanning, maar vooral een onweerstaanbaar gevoel van avontuur. Drie dagen vol nieuwe landschappen, onbekende wegen, en samen met haar grote liefde in een auto. Ze kon niet wachten. Met haar koffer stevig in haar hand stapte Janna naar buiten. Het inpakken had de hele dag geduurd, elk stuk kleding en elk boek zorgvuldig uitgekozen. De Kadett stond glanzend op de stoep, nog geen maand geleden door Ollie aangeschaft, compleet met een fonkelnieuwe radio die Ollie er voor wel 150 gulden extra in had laten zetten. Toen hij de auto aan haar en haar broers introduceerde, hadden haar broers niet kunnen weerstaan om hun handen bewonderend over de motorkap te laten glijden. Haar broer had geroepen dat hij ‘even een foto wilde maken’ en Janna was op de motorkap gaan zitten, niet alleen omdat het stoer voelde, maar ook om haar nieuwe, witte instapschoenen goed in beeld te krijgen. De koffers lagen al in de kofferbak, strak tegen elkaar gepakt. Straks zouden ze vertrekken, de weg op, naar Marokko. De wereld lag aan haar voeten, en die wereld begon hier, op deze motorkap, in Nieuwerbrug aan den Rijn, in september 1970.